Verdedigen gevorderd 4

Beschrijving

Oefening 1:

1 tegen 1 (20 mins)

Organisatie:

  • Doe de oefening om en om.
  • Verdediger speelt aanvaller in.
  • Aanvaller probeert te scoren bij de keeper.
  • Verdediger probeert de aanvaller naar de buitenkant te begeleiden.
  • De verdedigers verdedigen op 80%, het doel is niet om de bal te veroveren. 
  • Verdedig tot de cirkelrand. 

Coaching punten:

  • Verdedig frontaal tussen de balbezittende tegenstander en het doel (rechterschouder tegenover rechterschouder), linkervoet voor.
  • Dwing de tegenstander aan de rechterkant van het veld naar buiten; aan de linkerkant zonder rugdekking naar buiten, mét rugdekking naar binnen.
  • Kom tot de grens van de fysieke ruimte zodat je met de stick bij de bal kunt.

Uitbreiding:

  • Na de eerste actie blijven de verdediger en aanvaller van de eerste aanval staan zodat het na de 1 tegen 1 een 2 tegen 2 wordt. 
  • Voeg een schakelgoal toe voor de verdedigers en laat ze op 100% verdedigen. 

Oefening 2:

3 tegen 3 (20 mins)

Organisatie:

  • Verdediger speelt de aanvaller in.
  • Er wordt een 3 tegen 3 gespeeld richting keeper.
  • Bij balwinst scoren de verdedigers in de mini goals. 
  • De oefening wordt om en om gedaan vanaf beide kanten. 

Coaching punten:

  • Verdedig frontaal tussen de balbezittende tegenstander en het doel (rechterschouder tegenover rechterschouder), linkervoet voor.
  • Dwing de tegenstander aan de rechterkant van het veld naar buiten; aan de linkerkant zonder rugdekking naar buiten, mét rugdekking naar binnen.
  • Kom tot de grens van de fysieke ruimte zodat je met de stick bij de bal kunt.

Makkelijker:

  • De verdediger die de pass speelt doet zelf niet mee zodat het een 3 tegen 2 wordt. 
  • De aanvaller die de bal ontvangt start dichter bij het doel.

Moeilijker:

  • Er begint een aanvaller minder in de cirkel zodat het een 2 tegen 3 wordt. 
  • De verdediger die de bal speelt staat dichter bij de as.

Uitbreiding:

  • Voeg een vrije verdediger toe zodat je kan oefenen met dubbelen. 
  • Breid uit naar een 4 tegen 4 vanaf de andere kant wanneer een aanval is geweest. 

Oefening 3:

Oplopend evental (20 mins)

Organisatie:

  • Aanvaller neemt de bal uit en speelt een 2 tegen 2 richting keeper
  • Na de aanval neemt volgende aanvaller de bal uit en wordt er een 3 tegen 3 gespeeld
  • Daarna volgt een 4 tegen 4.
  • De verdedigers scoren in de mini goals vanaf de stippel cirkel.

Coaching punten:

  • Verdedig frontaal tussen de balbezittende tegenstander en het doel (rechterschouder tegenover rechterschouder), linkervoet voor.
  • Dwing de tegenstander aan de rechterkant van het veld naar buiten; aan de linkerkant zonder rugdekking naar buiten, mét rugdekking naar binnen.
  • Kom tot de grens van de fysieke ruimte zodat je met de stick bij de bal kunt.

Makkelijker:

  • Voeg een extra verdediger toe vanaf het begin.
  • Zet de pionnen van de verdedigers dichter bij het doel.

Moeilijker:

  • Voeg een extra aanvaller toe vanaf het begin
  • Zet de pionnen van de aanvallers dichter bij het doel

Uitbreiding:

  • Begin met 3 verdedigers en 2 aanvaller in de cirkel zodat je het dubbelen kan oefenen.

Oefening 4:

Eindpartij (20 mins)

Organisatie:

  • Speel een eindpartij met twee teams.
  • Als er oneven aantallen zijn, laat ondertal dan met keeper spelen of speel met een wissel.
  • Wissel halverwege van veld.
  • Geef beide teams een vrije verdediger.
  • Een doelpunt dat wordt gemaakt binnen over rechts telt dubbel.

Coaching punten:

  • Verdedig frontaal tussen de balbezittende tegenstander en het doel (rechterschouder tegenover rechterschouder), linkervoet voor.
  • Dwing de tegenstander aan de rechterkant van het veld naar buiten; aan de linkerkant zonder rugdekking naar buiten, mét rugdekking naar binnen.
  • Kom tot de grens van de fysieke ruimte zodat je met de stick bij de bal kunt.