Jongste Jeugd O9/O10, Week 5

Beschrijving

Oefening 1:

Ballenrace

Organisatie:

  • 20 meter
  • 20 meter
  • Er worden tweetallen gemaakt die bij een pion aan de buitenzijde van de cirkel gaan staan
  • Op het signaal van de trainer dribbelt er van elk tweetal een speler om de cirkel heen totdat hij of zij terug is bij zijn eigen of haar medespeler
  • Daarna mag de volgende speler beginnen.
  • Het team wat als eerste klaar is wint.

Oefening 2:

Oversteekspel (2 verdedigers) met poortjes

Organisatie:

  • Lengte: 15/25 meter.
  • Breedte: 10/15 meter.
  • Spelers proberen met dribbelen naar de overzijde te komen, hierbij proberen ze door de poortjes te dribbelen.
  • De verdedigers proberen de bal af te pakken, lukt dat, krijgen zij één punt.
  • Als de spelers aan de overzijde gekomen zijn, hebben ze één punt en kunnen ze via het slootje weer terug dribbelen.

Oefening 3:

4 tegen 3 lijnhockey

Organisatie:

  • Lengte: 20 meter.
  • Breedte: 20 meter.
  • Beide teams kunnen scoren door de bal over de lijn van de tegenstander te dribbelen.
  • Bij een doelpunt, door wisselen van spelers.
  • Wissel na 1 minuut door als er nog niet is gescoord. 
  • Wissel halverwege van overtal.

Oefening 4:

Dribbelslalom

Organisatie:

  • 20 meter
  • 20 meter
  • Eventueel meerdere organisaties uitzetten (vier spelers per organisatie)
  • Spelers dribbelen in een slalom om de pionnen heen en sluiten daarna weer achteraan
  • De volgende speler mag pas starten met dribbelen als de voorgaande speler voorbij de laatste pion is
  • Het eerste team wat volledig terug is wint. 

Oefening 5:

3 tegen 3 met 4 doeltjes

Organisatie:

  • Lengte: 20/30 meter.
  • Breedte: 20/30 meter.
  • Beide teams kunnen scoren op twee doeltjes.
  • Je mag scoren vanaf 5 meter.