Jongste Jeugd 09/10, week 17

Beschrijving

Oefening 1:

3 tegen 2

Organisatie:

  • Aanvallers dribbelen het veld in en spelen 3 tegen 2 tegen de verdediger
  • Als de aanvallers de verdediger hebben uitgespeeld kunnen zij scoren op een doeltje
  • De verdediger scoort een punt door de bal te controleren of buiten het veldje te schieten
  • Na vijf onderscheppingen wisselen van verdedigers

Oefening 2:

2 tegen 2 met 4 poortjes

Organisatie:

  • De aanvaller neemt de bal mee het veld in
  • De aanvallers kunnen scoren door de bal door een van de poortjes te dribbelen bij de tegenstander
  • Elk poortje is een punt waard
  • De verdedigers kunnen scoren door de bal af te pakken en door de poortjes te dribbelen
  • Als de bal uit is, of als de verdedigers de bal hebben afgepakt, starten met een nieuwe bal en wisselen van rol

Oefening 3:

4 tegen 2 positiespel

Organisatie:

  • Als het viertal de bal 5x heeft rondgespeeld heeft het 1 punt
  • Als de verdedigers de bal veroveren en de bal onder controle hebben of als het viertal de bal uitschiet, krijgen ze 1 punt
  • Bij 3 punten voor het tweetal komen er twee nieuwe verdedigers

Oefening 4:

Dribbel slalom

Organisatie:

  • Eventueel meerdere organisaties uitzetten (vier spelers per organisatie)
  • Spelers dribbelen in een slalom om de pionnen heen en sluiten daarna weer achteraan
  • De volgende speler mag pas starten met dribbelen als de voorgaande speler voorbij de laatste pion is
  • Het eerste team wat volledig terug is wint. 

Oefening 5:

Eindpartij met twee doelen

Organisatie:

Beide teams kunnen scoren op een groot doel