Oefening 1:
Kat en muis (hockey)
Organisatie:
- Lengte: 20 meter
- Breedte: 15 meter
- Alle spelers doen een hesje in de achterzijde van de broek
- De spelers proberen bij elkaar de hesjes uit de broek te trekken en scoren een punt als dit is gelukt.
- Alle spelers doen dit met bal en stick.
- Wanneer een hesje is afgepakt wordt deze direct terug gegeven en mag de speler weer verder spelen
- De hesjes mogen niet met de handen verdedigd worden.
Oefening 2:
2 tegen 2
Organisatie:
- Lengte: 20 meter.
- Breedte: 10 meter.
- Beide teams kunnen scoren door de bal over de lijn van de tegenstander te dribbelen.
Oefening 3:
3 tegen 2
Organisatie:
- Aanvallers dribbelen het veld in en spelen 3 tegen 2 tegen de verdediger
- Als de aanvallers de verdediger hebben uitgespeeld kunnen zij scoren op een doeltje
- De verdediger scoort een punt door de bal te controleren of buiten het veldje te schieten
- Na vijf onderscheppingen wisselen van verdedigers
Oefening 4:
Dribbelkampioen 1 verdediger
Organisatie:
- Lengte: 20/25 meter
- Breedte: 10/15 meter
- Alle spelers starten met een bal, behalve de verdediger
- De verdediger probeert de ballen van de andere spelers af te pakken of weg te tikken
- De verdediger telt hoeveel ballen hij afgepakt of weggetikt heeft
- Na een bepaalde tijd wordt er door gewisseld van verdediger.
Oefening 5:
4 tegen 4 met 2 doelen
Organisatie:
- Lengte: 30/40 meter
- Breedte: 20 meter
- Beide teams kunnen scoren op een groot doel.