Oefening 1:

5 tegen 2 (20 mins)

Organisatie:

• In totaal wordt er 5:5 gespeeld in 2 vakken
• beide teams spelen op balbezit in het eigen vak
• In dat vak mogen 2 spelers van het andere team drukzetten, de overige 3 spelers blijven in hun eigen vak
• Punten toekennen voor een x aantal keer overspelen
• Als het tweetal de bal verovert spelen zij de bal naar het drietal in het eigen vak
• Dan draaien de rollen om en wordt het in dat vak 5:2

Coaching punten:

• Anticipeer op een omschakeling en zorg ervoor dat je qua bezetting goed staat voor de tegenaanval.
• Zet druk op je tegenstander bij omschakeling mits je goed georganiseerd staat.
• Blokkeer de as zodat de tegenstander niet kan versnellen door de as.

Uitbreiding:

• Voeg een extra verdediger toe.
• Geef de verdedigers een doeltje waar ze op kunnen scoren.

Oefening 2:

3 tegen 2 (20 mins)

Organisatie:

• Er wordt in beide richtingen een 3 tegen 2 gespeeld.
• Zodra de aanval voorbij is komen er 3 nieuwe aanvallers in het veld in. 
• Een speler van de partij die moet gaan verdedigen stapt uit het veld.

Coaching punten:

• Anticipeer op een omschakeling en zorg ervoor dat je qua bezetting goed staat voor de tegenaanval.
• Zet druk op je tegenstander bij omschakeling mits je goed georganiseerd staat.
• Blokkeer de as zodat de tegenstander niet kan versnellen door de as.

Uitbreiding:

• Val aan in een 4 tegen 3. 

Oefening 3:

4 tegen 4 tegen 4 (20 mins)

Organisatie:

• Er zijn 3 teams van 4
• 1 team valt aan, 1 team verdedigt en het andere team is reserve.
• Als het team dat aanvalt scoort, dan krijgen ze een bal van de trainer en vallen zij aan in de andere richting.
• Als het team dat verdedigt de bal gecontroleerd over de 23 meter lijn weet te brengen, dan vallen zij aan in de andere richting. 

Accenten:

• Anticipeer op een omschakeling en zorg ervoor dat je qua bezetting goed staat voor de tegenaanval.
• Zet druk op je tegenstander bij omschakeling mits je goed georganiseerd staat.
• Blokkeer de as zodat de tegenstander niet kan versnellen door de as.

Uitbreiding:

• Wissel met aantallen

Oefening 4:

Eindpartij (20 mins)

Organisatie:

• Speel een eindpartij met twee teams.
• Als er oneven aantallen zijn, laat ondertal dan met keeper spelen of speel met een wissel.
• Wissel halverwege van veld.
• Geef beide teams een vrije verdediger.
• Een doelpunt dat ontstaat door na balverlies de bal weer snel terug te veroveren telt dubbel. 

Coaching punten:

• Anticipeer op een omschakeling en zorg ervoor dat je qua bezetting goed staat voor de tegenaanval.
• Zet druk op je tegenstander bij omschakeling mits je goed georganiseerd staat.
• Blokkeer de as zodat de tegenstander niet kan versnellen door de as.