Organisatie:
- Speler speelt de bal naar de speler bij de eerste pion en krijgt de bal terug.
- Daarna loopt speler door en speelt de bal naar de speler bij de tweede pion en krijgt de bal terug.
- Hierna loopt speler door naar de cirkel en rond af.
- Er wordt afwisselend links en rechts gespeeld.
- Draai door achter je bal aan.
- De speler in het midden blijft 10 ballen staan en wordt daarna gewisseld.
Coaching punten:
- Kom bij de aanname een naar de bal toe zodat je in beweging aanneemt.
- Speel elkaar in de forehand in.
Uitbreiding:
- De speler in het midden neemt de bal open aan en speelt de bal voorwaarts in plaats van dat hij de bal terug speelt.
- Oefen met kaatsen.