Jongste Jeugd 09/10, week 18

Beschrijving

Oefening 1:

5 tegen 2 positiespel

Organisatie:

  • Als het vijftal de bal 10x heeft rondgespeeld heeft het 1 punt
  • Als de verdedigers de bal veroveren en de bal onder controle hebben (bal aan de stick), de bal uit het vak drijft of als het vijftal de bal uitschiet, krijgen ze 1 punt
  • Bij 3 punten voor het tweetal komen er twee nieuwe verdedigers

Oefening 2:

3 tegen 3 lijnhockey

Organisatie:

  • Beide teams kunnen scoren door de bal over de lijn van de tegenstander te dribbelen.
  • Bij een doelpunt, door wisselen van spelers.
  • Wissel na 1 minuut door als er nog niet is gescoord. 

Oefening 3:

Dribbel slalom

Organisatie:

  • Eventueel meerdere organisaties uitzetten (vier spelers per organisatie)
  • Spelers dribbelen in een slalom om de pionnen heen en sluiten daarna weer achteraan
  • De volgende speler mag pas starten met dribbelen als de voorgaande speler voorbij de laatste pion is
  • Het eerste team wat volledig terug is wint. 

Oefening 4:

2 tegen 1, wordt 3 tegen 2

Organisatie:

  • Twee oranje spelers starten met een 2 tegen 1 situatie tegen de blauwe speler
  • Als de bal uit is, of als er wordt gescoord, dribbelen de blauwe spelers naast het kleine doel het veld in en wordt het een 3 tegen 2 situatie
  • Als ook deze bal uit is, of als er wordt gescoord, starten twee nieuwe oranje spelers tegen één nieuwe blauwe speler en begint het spel weer opnieuw
  • De spelers die in het veld stonden, verlaten het veld zo snel mogelijk en sluiten aan, aan de overzijde

Oefening 5:

4 tegen 2 met 2 doelen

Organisatie:

  • Beide teams kunnen scoren op een groot doel.