Jongste Jeugd 09/010, week 15

Beschrijving

Oefening 1:

Dribbel slalom

Organisatie:

  • Eventueel meerdere organisaties uitzetten (vier spelers per organisatie)
  • Spelers dribbelen in een slalom om de pionnen heen en sluiten daarna weer achteraan
  • De volgende speler mag pas starten met dribbelen als de voorgaande speler voorbij de laatste pion is
  • Het eerste team wat volledig terug is wint. 

Oefening 2:

4 tegen 2 positiespel

Organisatie:

  • Als het viertal de bal 5x heeft rondgespeeld heeft het 1 punt
  • Als de verdedigers de bal veroveren en de bal onder controle hebben of als het viertal de bal uitschiet, krijgen ze 1 punt
  • Bij 3 punten voor het tweetal komen er twee nieuwe verdedigers

Oefening 3:

3 tegen 2

Organisatie:

  • Aanvallers dribbelen het veld in en spelen 3 tegen 2 tegen de verdediger
  • Als de aanvallers de verdediger hebben uitgespeeld kunnen zij scoren op een doeltje
  • De verdediger scoort een punt door de bal te controleren of buiten het veldje te schieten
  • Na vijf onderscheppingen wisselen van verdedigers

Oefening 4:

2 tegen 1, wordt 3 tegen 2

Organisatie:

  • Twee oranje spelers starten met een 2 tegen 1 situatie tegen de blauwe speler
  • Als de bal uit is, of als er wordt gescoord, dribbelen de blauwe spelers naast het kleine doel het veld in en wordt het een 3 tegen 2 situatie
  • Als ook deze bal uit is, of als er wordt gescoord, starten twee nieuwe oranje spelers tegen één nieuwe blauwe speler en begint het spel weer opnieuw
  • De spelers die in het veld stonden, verlaten het veld zo snel mogelijk en sluiten aan, aan de overzijde

Oefening 5:

4 tegen 4 met 2 grote doelen

Beide teams kunnen scoren op een groot doel.