Jongste Jeugd 07/08

Beschrijving

Oefening 1:

Dino tikkertje

Organisatie:

  • Zet oefening meerdere keren uit.
  • Bij elk station staan twee spelers, de dino (tikker) en de park wachter. 
  • De dino probeert met bal aan de stick de park wachter te tikken.
  • Na 1 minuut, wisselen de spelers van rol.

Coaching punten:

  • Raak de bal zo vaak dat je hem in looptempo in de goede richting mee kan nemen.
  • Laat de bal niet wegspringen.
  • Buig je bovenlichaam iets over de bal heen.

Differentiatie:

  • Maak de driehoek iets groter, de dino hoeft nu geen bal aan de stick te hebben. 

Oefening 2:

Stoplicht dribbelspel

Organisatie:

  • Alle spelers beginnen met een bal.
  • De trainer roept een kleur: rood, oranje, of groen.
  • Groen betekent op volle snelheid drijven.
  • Oranje betekent op langzame snelheid indian dribbel.
  • Rood betekent stoppen.
  • Wissel als trainer de kleuren af. 

Coaching punten:

  • Raak de bal zo vaak dat je hem in looptempo in de goede richting mee kan nemen.
  • Laat de bal niet wegspringen.
  • Buig je bovenlichaam iets over de bal heen.

Uitbreiding:

  • Voeg extra kleuren en opdrachten toe. Bijvoorbeeld: Blauw, probeer de bal van iemand anders te veroveren. 

Oefening 3:

Kastelenspel

Organisatie:

  • De spelers verspreiden zich over de kastelen. (Voeg extra spelers toe).
  • De opdracht is om de bal in zoveel mogelijk kastelen te krijgen.
  • Je mag de bal niet twee keer achter elkaar in hetzelfde vak brengen.
  • Verlaat je dus een vak, dan moet je naar een andere toe.
  • De speler in het midden is de ridder en die probeert om de bal af te pakken en in het doel te schieten. 
  • Als je bal is afgepakt dan moet je die ophalen in het doel en in een vak brengen, daarna sluit je weer aan bij het spel.

Coaching punten:

  • Raak de bal zo vaak dat je hem in looptempo in de goede richting mee kan nemen.
  • Laat de bal niet wegspringen.
  • Buig je bovenlichaam iets over de bal heen.

Differentiatie:

  • Voeg een extra ridder toe.
  • Voeg extra regels toe. (bijvoorbeeld je moet met indian dribbel oversteken)

Oefening 4:

Slalom

Organisatie:

  • Spelers drijven door de pionnen heen in een slalom.
  • Vervolgens spelen ze de bal tegen de bounceboard en nemen ze de bal weer aan.
  • Hierna drijven ze naar de cirkel en pushen op goal.
  • Daarna rennen ze om de pion heen.
  • Zodra ze weer aangesloten zijn in de rij mag de volgende beginnen.
  • Het team dat als eerste klaar is wint. 

Coaching punten:

  • Raak de bal zo vaak dat je hem in looptempo in de goede richting mee kan nemen.
  • Laat de bal niet wegspringen.
  • Buig je bovenlichaam iets over de bal heen.

Differentiatie:

  • Als je het doel mist dan krijg moet je twee rondjes om de pion maken voordat je terug mag rennen naar je groep.