Oefening 1:
4 tegen 4 plus 4 (20 mins)
Organisatie:
- Maak 3 teams van 4 spelers.
- Speel 4 tegen 4 in het vierkant, 4 neutrale spelers staan buiten het vierkant.
- In dit voorbeeld spelen oranje en groen samen in een 8 tegen 4
- Ze proberen balbezit te behouden.
- Blauw probeert de bal terug te winnen.
- Blauw moet minimaal twee passes naar zijn eigen team voltooien voordat hij de bal naar groen kan passen.
- Als dat lukt, worden ze onderdeel van de 8 tegen 4 en moet Oranje verdedigen.
Coaching punten:
- Wees proactief: probeer naar lichaamstaal te kijken en voorspel wanneer er een pass gespeeld gaat worden. Positioneer jezelf zo dat je de bal kunt onderscheppen.
- Compacte vorm. Druk, rugdekking en aansluiting.
- Intensiteit: druk met de juiste intensiteit zodat de balbezitter druk voelt.
Differentiatie:
- Het team dat balbezit wint, kan onmiddellijk doorgeven aan de buitenspelers.
Oefening 2:
3 tegen 3 (20 mins)
Organisatie:
- Oranje probeert de bal bij groen te krijgen.
- Wanneer groen de bal ontvangt, dan mogen ze scoren op goal. Blauw loopt een tackle-back en probeert een goal te voorkomen.
- Blauw probeert de bal te veroveren, zij mogen het vak niet uit om de bal van oranje af te pakken.
- Als blauw de bal veroverd, dan vallen zij aan bij het grote goal en dan moet groen verdedigen.
Coaching punten:
- Wees proactief: probeer naar lichaamstaal te kijken en voorspel wanneer er een pass gespeeld gaat worden. Positioneer jezelf zo dat je de bal kunt onderscheppen.
- Compacte vorm. Druk, rugdekking en aansluiting.
- Intensiteit: druk met de juiste intensiteit zodat de balbezitter druk voelt.
Variation:
- Geef 1 of meer blauwe spelers de mogelijkheid om buiten het vak druk te zetten op oranje.
- Voeg een extra verdediger toe in de cirkel.
Oefening 3:
5 tegen 6 (20 mins)
Organisatie:
- Speel 5 tegen 6
- Blauw mag scoren in de mini goals vanaf de 23-meter lijn.
- Oranje scoort bij het grote goal.
- Oranje krijgt een extra punt wanneer ze een doelpunt maken uit een balwinst in het 23 meter gebied.
Coaching punten:
- Herken druktriggers. (negatieve lichaamspositionering, brede horizontale pass, slechte aanname)
- Sterke poging om de speler te overtuigen of te dwingen een bepaald spel uit te voeren (langs de lijn doorgeven, of centrale middenvelder inspelen)
- Benaderingshoek (centrale verdedigers splitsen, of naar buiten forceren)
- Compacte vorm en intensiteit.
Variations:
- Blauw mag de bal slechts 3 keer raken.
- Voeg een extra blauwe speler toe.
Oefening 4:
Eindpartij (20 mins)
Organisatie:
- Speel een 7 tegen 7.
- Beide teams hebben een vrije verdediger.
- Blauw mag scoren in de mini goals vanaf de 23-meter lijn.
- Orange scoort in het grote goal.
Coaching punten:
- Herken druktriggers. (negatieve lichaamspositionering, brede horizontale pass, slechte aanname)
- Sterke poging om de speler te overtuigen of te dwingen een bepaald spel uit te voeren (langs de lijn doorgeven, of centrale middenvelder inspelen)
- Benaderingshoek (centrale verdedigers splitsen, of naar buiten forceren)
- Compacte vorm en intensiteit.
Uitbreiding:
- Blauw mag de bal maximaal 3 keer raken.