Organisatie:
- Er wordt 5 tegen 5 gespeeld.
- De verdedigers spelen mandekking.
- Een doelpunt dat wordt gemaakt waarbij een medespeler vanuit de opbouw wordt aangespeeld in het vak telt dubbel.
- Bij balwinst proberen de verdedigers te scoren in de mini goals.
Coaching punten:
- Neem, als je vrij staat, open aan, d.w.z. met je voeten naar de achterlijn van de tegenstander en versnel.
- Neem als je gedekt wordt gesloten aan en draai de bal naar je forehand kant, of speel de bal terug, bij voorkeur naar een andere medespeler.
- Bied je als middenvelder naar de bal aan en loop, als de bal niet wordt aangespeeld, naar de andere kant weg (principe van U-lopen). Daarmee creëer je ruimte voor een medespeler. Draai de bal naar je sterke kant weg als je hem wel krijgt.
Makkelijker:
- Geef het team wat aanvalt richting keeper een overtal.
- Maak het vak groter.
Moeilijker:
- Geef het team wat verdedigd een overtal.
- Maak het vak kleiner.
Uitbreiding:
- Alleen de balbezittende partij mag in het vak komen.